Naast het onder C beschreven huis stond Westwaarts een huis, dat Willem van Nuland, kanonik der St. Janskerk van den Bosch, 29 Januari 1508 (Reg. n°. 103 f. 31) kocht van Aleid, dochter van Jan die Sluyter, zoon van Jan Hoen van Haren, en dat toen gezegd werd te zijn: domus, area ac ortus, siti in vico dicto die Alde Diese inter hereditatem Johannis van den Hoevel ex uno et inter hereditatem Petri de Asten, presbyteri, quadam via interjacente, ex alio.
Genoemde Willem van Nuland had een natuurlijken zoon Jacob van Nuland; deze deed afstand van het vruchtgebruik, dat hem en zijne vrouw Catharina, dochter van Jan van Bergen, toekwam op dit huis, ten behoeve van zijnen bastaardzoon Willem van Nuland en de wettige kinderen, die hij van zijne voornoemde vrouw had, zijnde Jacob, Paulus en Joanna van Nuland, waarna de voogden van die kinderen, alsmede laatstgenoemde Willem van Nuland op 25 Februari 1548 (Reg. n°. 176 f. 301 vso) dit huis, dat nu gezegd werd te zijn:
| 294 |
huis, erf, plaats, achterhuis en zijkamer, staande tusschen het huis van Hans Gijsbertszoon van Amstelredam ex uno en dat van Rodolfa, dochter van Cornelis Dicbier, ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van mr. Willem van den Bossche, verkochten aan domicella Adriana (van Kessel) weduwe van Everard van Nuland. Van haar erfde dit huis hare dochter Everarda van Nuland, die het ten huwelijk bracht aan haren man Jonker Willem de Borchgrave, heer van Oerle en Meerveldhoven 1). In 1617 behoorde dit huis aan Wouter van Oerle, zoon van Jan van Oerle genaamd van Hersel en in 1630 krachtens koop aan Jonker Floris van Eyck, heer van Nuenen, Gerwen, Nederwetten, zoon van Goijart, heer van Zeelst en Elisabeth Proening van Deventher, en echtgenoot van Beatrix Monicx, dochter van Johan en Isabella de Bever; ten gevolge van laatstbedoelden koop maakte van Heurn de hiervoren reeds vermelde vergissing. In het jaar 1631 waren eigenaars van dit huis heer en mr. Robbert van Tulden, priester en zijne zusters Catharina en Weyndelmoet van Tulden, kinderen van mr. Nicolaas van Tulden, raad van den Bosch; ten hunnen laste werd het 26 Juli 1655 gerechtelijk verkocht aan mr. Roelof van Engelen, wiens lasthebster Maria van Engelen weduwe van Jacob Gysselen het 20 September 1656 (Reg. n°. 410 f. 384 vso) weder verkocht aan voornoemden Ambrosius Jacobus Beyharts; het werd daarop vereenigd met diens daarnaast Oostwaarts staand huis, waarna ook dit huis hetzelfde lot als dat huis onderging, zooals hiervoren onder C reeds is vermeld. | 295 |
Noten | |
1. | Men zie over hem Dl. I. p. 435. |